In natuurgebieden in Drenthe zijn bestrijdingsmiddelen gemeten. Naast gewasbeschermingsmiddelen zijn ook biociden aangetroffen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Natuurmonumenten en de monstername is gedaan door het burgerinitiatief Meten=Weten. Minister Schouten heeft het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) en het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) gevraagd het rapport te beoordelen.

Er zijn vegetatie- en mestmonsters onderzocht uit vier Natura 2000-gebieden op de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen. Het rapport is geschreven door Buijs Agro-Services en MEP onderzoek en adviesbureau. Het rapport is te vinden op de website van Natuurmonumenten. Op de lijst met gevonden bestrijdingsmiddelen staan de volgende biociden: clothianidin, DEET, fenylfenol-2 en permethrin.

 Natuurmonumenten geeft op zijn website aan geschrokken te zijn van de resultaten. Natuurmonumenten, Het Drentse Landschap en Meten=Weten vragen minister Schouten met klem om een diepgaand onderzoek te laten uitvoeren naar dit soort stoffen in de natuur.

 Minister Schouten schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat dit soort berichten haar volle aandacht krijgen. Ze vind het belangrijk een deskundige duiding te krijgen van de uitkomst van het onderzoek en de herkomst van de gevonden chemische stoffen. Daarom heeft ze het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) en het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) gevraagd het rapport te beoordelen en haar erover te adviseren.