Het Duitse Umweltbundesamt (UBA) heeft de emissie van biociden via de rioolwaterzuivering naar het Duitse oppervlaktewater in beeld gebracht. Concentraties van werkzame stoffen werden vergeleken met milieunormen. Dit type meetgegevens voor biociden is nieuw voor Duitsland en kan ook nuttig zijn voor waterbeheerders en beleidsmakers in Nederland.

Een selectie van 26 werkzame stoffen in biociden werd geanalyseerd in het effluent (gezuiverd afvalwater) van een aantal rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s), overstorten en in overstorttanks. In een kleiner aantal rwzi’s werd ook in het influent (ongezuiverd afvalwater) gemeten. Volgens de auteurs van het UBA-rapport zijn de emissies van biociden in stedelijke omgeving voor het eerst in Duitsland op deze schaal in beeld gebracht.

Zes van de gekozen stoffen werden in effluent niet boven de detectielimiet aangetroffen: diclosan, methyldiclosan, brodifacoum, difethialon, permethrin en prallethrin. De stoffen die in hoogste gehaltes in rwzi-effluent werden aangetroffen zijn triclosan, 1,2,4-triazolen, terbutryn en DEET. In overstort-effluenten bleven de concentraties van 16 stoffen onder de detectielimiet, maar werden carbendazim, terbutryn en terbutryn-sulfoxides in meer dan 90% van de monsters gemeten.

Voor 12 stoffen is een zinvolle vergelijking mogelijk met milieukwaliteitsnormen als de JG-MKN (jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm) of de Predicted No Effect Concentration (PNEC) die in de risicobeoordeling wordt gebruikt. Hieruit bleek dat in de rwzi-effluenten triclosan, carbendazim, 2-aminobenzimidazole, diuron, isoproturon, propiconazole, terbutryn en imidacloprid tenminste één keer de norm overschreden. Na correctie voor verdunning van het effluent met ontvangend oppervlaktewater overschreed alleen imidacloprid de norm.

Het rapport (UBA Texte 169/2020) is in het Duits geschreven en bevat een engelstalige samenvatting. Het rapport kan gedownload worden van de UBA website