Op maandag 25 november organiseerde het KNB Kennisnetwerk Biociden (Kennisnetwerk Biociden ) een lunchlezing over toezicht op biociden. Peter Aubel, coördinerend specialistisch inspecteur bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport )), gaf een presentatie over toezicht op biociden. Met meer dan 90 deelnemers was het een goedbezochte lunchlezing.

Peter Aubel legde uit wat biociden zijn en welke wettelijke eisen er zijn voor biociden. Ook vertelde hij welke aspecten belangrijk zijn bij toezicht. Zo kijken inspecteurs bijvoorbeeld of het product wordt gebruikt volgens de toelatingsvoorschriften. Maar ook of er geen onjuiste claims worden gebruikt en of het etiket klopt.

Aanleiding en toezichtmethoden

Inspecties worden uitgevoerd op basis van aantoonbare feiten. De aanleiding van een inspectie kan een melding, klacht of handhavingsverzoek zijn die bij de ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport ) of één van de andere toezichthouders wordt ingediend. Soms worden steekproeven genomen binnen een branche om een beeld te krijgen van de naleving van de biocidewetgeving. Bij een specifiek risico kan een project worden opgestart. Inspecties kunnen op verschillende manieren gebeuren:

  • Quick Scan: gericht op één onderwerp.
  • Projectmatig: gericht op specifiek onderwerp en specifieke branche.
  • Systeeminspectie: controle op bovenwettelijke eisen en hoe een bedrijf zijn werkzaamheden heeft georganiseerd, zoals duidelijke werkinstructies en zelfcontrole.

Bevindingen

Toezichthouders keuren bedrijven niet goed, maar geven aan of er bevindingen zijn of niet. Een aankondiging van een inspectie bevat informatie over de voorbereiding. Welke mensen moeten beschikbaar zijn en welke documenten moeten klaar liggen? De duur van een inspectie varieert, meestal tussen één tot twee uur. Systeeminspecties kunnen één of meer dagdelen in beslag nemen.

Handhaving

De toezichthouder kan op  verschillende manieren handhaven. Meestal verloopt dit via het bestuursrecht. Bij een lichte overtreding kan de toezichthouder een bedrijf een mededeling of waarschuwing sturen. In zwaardere gevallen kan de toezichthouder een bestuurlijke boete of last onder dwangsom opleggen. In uitzonderlijke gevallen wordt gehandhaafd via het strafrecht. Daarbij wordt samengewerkt met de eigen Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de betreffende toezichthouder. Een bedrijf kan dan een aan de omzet gerelateerde boete krijgen. Of de illegale verkregen winsten kunnen worden ontnomen.

Samenwerken

De ILT werkt met veel met andere toezichthouders samen die ook toezicht op biociden houden. Zo kijkt bijvoorbeeld het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM Staatstoezicht op de Mijnen (Staatstoezicht op de Mijnen )) naar biocidegebruik in de mijnbouw. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd )) kijkt naar de gezondheidszorg en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NWVA) naar consumententoepassingen. Het kan zijn dat er overlap is tussen de verschillende toezichthouders. Deze overlap vraagt om goede samenwerking en het delen van informatie. Zo kunnen toezichthouders onderling inspectie- en persoonsgegevens uitwisselen, foto’s delen en kunnen zij een relaas van bevindingen delen. Ook kunnen toezichthouders samen inspecties of projecten uitvoeren.

Meer informatie

Het KNB Kennisnetwerk Biociden (Kennisnetwerk Biociden ) deelt de presentatie van de lunchlezing met de deelnemers.

Meer informatie over de verschillende toezichthouders vindt u op Biociden.nl