Handgel uit een tube

Sinds de uitbraak van het coronavirus gebruiken mensen vaker desinfectiemiddelen voor hun handen. Dat kan gevolgen hebben voor de gezondheid van mensen en voor het milieu. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) bracht in kaart welke werkzame stoffen er voorkomen in de toegestane handdesinfectiemiddelen in Nederland. Naar aanleiding daarvan adviseert het RIVM om uit te zoeken of de huidige beoordelingsmethodiek ook geschikt is voor situaties met een toegenomen gebruik van handdesinfectiemiddelen. 

Aanleiding 

RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) onderzocht eerder wat de mogelijke gezondheidsrisico’s zijn van een toegenomen gebruik van handdesinfectiemiddelen op basis van ethanol. Er zijn echter ook handdesinfectiemiddelen op de Nederlandse markt met andere werkzame stoffen dan ethanol. Daarom heeft het RIVM een overzicht gemaakt van alle werkzame stoffen die in handdesinfectiemiddelen kunnen zitten. 

Werkzame stoffen in handdesinfectiemiddelen 

Uit deze inventarisatie blijkt dat er in Nederland 174 toegestane handdesinfectiemiddelen zijn, met in totaal 12 verschillende werkzame stoffen. Deze stoffen zijn: ethanol, wijnsteenzuur, natriumbenzoaat, propaan-2-ol, chloorhexidinedigluconaat, 1-propanol, natriumhypochloriet, melkzuur, didecyldimethylammoniumchloride, waterstofperoxide, bifenyl-2-ol en 2 fenoxyethanol. Van deze stoffen wordt ethanol het vaakst gebruikt: in 92 producten.  

Risico’s voor gezondheid en milieu 

Op relatief veel etiketten van deze handdesinfectiemiddelen staat een waarschuwing voor ernstig oogletsel of ernstige oogirritatie. Het RIVM adviseert daarom desinfectiepompen of -zuilen in openbare ruimtes niet op ooghoogten van volwassenen of kinderen te plaatsen. Daarmee kunnen ongewenste blootstellingen voorkomen worden. Daarnaast wordt op de etiketten van sommige handdesinfectiemiddelen gewaarschuwd voor slaperigheid, duizeligheid en schadelijke of (zeer) giftige gevolgen voor het aquatisch milieu. Mensen die handdesinfectiemiddelen gebruiken, hoeven bovengenoemde klachten niet te ervaren. Handdesinfectiemiddelen veroorzaken bij normaal gebruik dan ook geen gezondheids- of milieurisico’s. De beoordelingsmethodiek gaat wel uit van gebruik onder normale omstandigheden. Daarom adviseert het RIVM om uit te zoeken of de huidige beoordelingsmethodiek ook geschikt is voor een situatie zoals tijdens de coronapandemie, waarin meer mensen deze producten vaker gebruiken.