Vertegenwoordigers van de EU Europese unie (Europese unie)-lidstaten stemden op respectievelijk 4 en 12 juli in met de door de Europese Commissie voorgestelde wetenschappelijke criteria voor de identificatie van hormoonontregelende stoffen (endocrine disruptors) in gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Hormoonontregelende stoffen zijn chemische stoffen die de hormoonhuishouding van mens en dier kunnen verstoren, met blijvende schade tot gevolg. Deze stoffen mogen niet toegelaten worden en daarmee is gebruik van deze stoffen verboden voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden, met enkele uitzonderingen.

Met de instemming van een meerderheid van EU–lidstaten is er een einde gekomen aan een lange discussie waarbij er veel verzet was tegen de criteria van zowel niet-gouvermentele organisaties (NGO’s) als industrie. Volgens NGO’s zijn de criteria niet beschermend genoeg, industrie-partijen geven aan dat deze criteria niet zuiver wetenschappelijk zijn.

Het voorstel wordt in de komende drie maanden behandeld in het Europees Parlement en de Europese Raad, waar een mogelijkheid bestaat voor een veto tegen de implementatie van de criteria. Indien er geen veto wordt uitgesproken, zijn de criteria na een overgangsperiode van zes maanden van toepassing. Tijdens die periode rondt het Europees chemicaliën agentschap (ECHA) en de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) het richtsnoer af voor de identificatie van potentiele hormoonontregelende stoffen. Dit richtsnoer geeft nadere invulling aan de criteria in de wettekst op technisch wetenschappelijk niveau.