Het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) heeft in april 2017 een vernieuwde versie gepubliceerd van de nationaal specifieke elementen voor de toelating van biociden. Deze elementen zijn opgenomen in de zogenaamde ‘Evaluation Manual’. Dit document bevat technische interne werkinstructies, waarin informatie, normen en rekenmodellen staan die het Ctgb gebruikt om de beoordelingen voor de toelating van biociden uit te voeren.

De nationaal specifieke elementen zijn onderdelen van beoordeling en toelating van biociden waar harmonisatie nog moet plaatsvinden of waarbij Nederland gekozen heeft af te wijken van EU Europese unie (Europese unie). Deze elementen gelden naast de Europese voorschriften. Ook van de Europese voorschriften is het Evaluation Manual te vinden op de website van het Ctgb.

Aanpassingen voor aangroeiwerende verven

In de geactualiseerde versie van de nationaal specifieke elementen staan onder andere aanpassingen voor de beoordeling van aangroeiwerende verven (antifouling), op basis van een Ctgb-besluit uit december 2016. Voor de toelating van aangroeiwerende verven is onder meer het onderscheid tussen schepen voor beroepsvaart en pleziervaart verduidelijkt.

Voor verf voor alle schepen langer dan 24 meter gelden de regels voor verven voor de beroepsvaart. Verf voor pleziervaartuigen korter dan 24 meter moet worden beoordeeld voor zowel zoet als zout water. De beoordeling van middelen voor de beroepsvaart op zout water is nu volledig in lijn met de beoordelingswijze in de EU en daarom is dat nationaal specifiek element geschrapt.