Moet antifouling met biociden worden verboden? Hoe voorkomen we dat booteigenaren naar het buitenland uitwijken voor de aankoop van aangroeiwerende verf? Zijn milieueffecten van verf belangrijk voor de consument? Deze en andere vragen stonden op 24 oktober 2017 centraal tijdens het KNB event ‘Milieubewust omgaan met antifouling in de pleziervaart’.

Tijdens de bijeenkomst bleek dat stakeholders hierover sterk uiteenlopende meningen hebben. Deelnemers aan het gesprek waren beleidsmakers, voorlichters, verffabrikanten, innovatieve ondernemers, beoordelaars van biociden voor de toelating, kennisinstituten, handhavers, waterkwaliteitsbeheerders, watersportbedrijven en booteigenaren.

Verduurzaming van antifouling is nodig omdat bij het gebruik stoffen in het milieu worden gebracht die de waterkwaliteit negatief beïnvloeden. Dit past niet bij het uiteindelijke Europese beleidsdoel van een ‘non-toxic environment’. Het is de vraag of goedkeuring van een goed werkzaam product op basis van biociden en hulpstoffen onder de Biocidenverordening mogelijk is of dat de emissies toch te hoog zijn.

Het Kennisnetwerk Biociden brengt de partijen bij elkaar om kennis en inzichten uit te wisselen en ideeën op te doen om te komen tot milieubewustere keuzes en een milieuvriendelijker aanpak voor aangroeiwering op pleziervaartuigen.

Deelnemers vroegen zich af waarom antifouling niet binnen drie jaar wordt verboden als een ‘non-toxic environment’ het lange termijndoel is. En men vroeg zich af waarom er bij de handhaving niet meteen boetes worden uitgedeeld: “De handhaving doet veel te weinig en grijpt niet hard genoeg in!”

Verf uit het buitenland

Aan de andere kant waren er stakeholders die stelden dat Nederlandse antifouling-producten vanwege de strenge Nederlandse beoordeling niet werken voor pleziervaart op zout water: “Iedereen koopt verf in het buitenland en gaat die zelf opbrengen. Dat is illegaal en vervolgens krijgt het watersportbedrijf waar dit gebeurt de boete. Dit is een hopeloze situatie!”

Als aanvulling hierop werd gezegd: “De verkopers zitten met de ellende: die moeten de boodschap brengen dat er in Nederland geen goede producten te koop zijn. Sinds 2015 is er niets veranderd.” Een deelnemer vroeg zich af of het nieuwe model voor de antifouling-beoordeling getoetst is aan de realiteit.

Als reactie hierop werd gegeven dat de invoering van de Biocidenverordening vanaf 2018 nu juist gaat zorgen voor vermindering van de verschillen met het buitenland. Tot nu toe werd in Nederland wel op milieueffecten beoordeeld en in enkele aangrenzende landen zoals Duitsland nog niet.

Ook over het belang dat consumenten hechten aan de duurzaamheid van aangroeiwerende verf bestond verschil van inzicht. “Het interesseert de consument niet wat er in het product zit, als het maar werkt”, zo werd er gezegd. Dit werd tegengesproken met de opmerking: “De watersporter wil ook graag bijdragen aan schoon water”.

Verslag

Een uitgebreid verslag van het KNB event “Milieubewust omgaan met antifouling in de pleziervaart”.

Eerdere bijeenkomst in 2015

De bijeenkomst vond plaats op het kantoor van de HISWA in Amsterdam, met een prachtig uitzicht op het IJ. HISWA was ook onze gastheer in 2015 voor het eerste KNB-event gericht op antifouling voor de pleziervaart.

De bijeenkomst in 2015 was aanleiding om te starten met voorlichting aan consumenten over de milieubelasting door gebruik van antifoulingverf. Ook de handhaving door waterkwaliteitsbeheerders, gericht op booteigenaren is gestart op basis van de bijeenkomst in 2015.

Opvallend bij de bijeenkomst in oktober 2017 was dat er vier vertegenwoordigers van innovatieve bedrijven aanwezig waren, die in 2015 nog niet in beeld waren bij het Kennisnetwerk Biociden. Deze bedrijven proberen milieuvriendelijke alternatieven op de markt te brengen.