Als gevolg van de coronapandemie is het aanbod van en de vraag naar desinfectiemiddelen gestegen. Desinfectiemiddelen zijn biociden, maar lijken soms op cosmetica. Wat het verschil is tussen cosmetica en biociden is niet voor iedereen duidelijk. Het Kennisnetwerk Biociden organiseerde daarom op 1 oktober 2021 een webinar over het grensvlak tussen cosmetica en biociden. 

Onder leiding van Caroline Moermond, senior beleidsadviseur bij het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ), gingen verschillende partijen met elkaar in gesprek over het grensvlak. Experts van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden )), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Nederlandse Cosmetica Vereniging (NCV) en de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten (NVZ) verzorgden de presentaties. Hierna was er ruimte voor vragen en discussie met een panel van experts. 

Presentaties 

Jan Willem Andriessen, senior beleidsmedewerker bij het Ctgb, begon het webinar met een presentatie over de wetgeving die de basis vormt voor cosmetica en biociden. Hij ging dieper in op het grensvlak, waarbij hij uitlegde wanneer een product onder de cosmeticaverordening of biocidenverordening valt en wanneer beide regelgevingen van toepassing zijn. Vervolgens sprak Marjolijn Woutersen over de achtergrond van het technische document over handgels dat geschreven is door de Subwerkgroep Grensvlakproducten Cosmetica van de Europese Commissie. Dit document specificeert claims die niet gevoerd mogen worden voor cosmetica. De toxicoloog van het RIVM vertelde over de aanleiding van dit document, de discussies die hierover plaatsvonden en hoe dit alles uiteindelijk leidde tot dit document. De derde spreker van het webinar was Ronald van Welie. De directeur van de NCV legde onder andere uit waarom de grens tussen cosmetica en biociden belangrijk is. Van Welie zette de verschillende eisen uiteen met concrete voorbeelden. Als laatste spreker ging Chuchu Yu, manager scientific and regulatory affairs bij de NVZ, verder in op hoe en wanneer desinfectiemiddelen gebruikt moeten worden. Ook lichtte hij het verschil toe tussen reinigen en desinfecteren met specifieke aandacht voor handdesinfectie en oppervlaktedesinfectie. 

Paneldiscussie 

Na afloop van de presentaties konden deelnemers hun vragen kwijt aan het panel. Het panel bestond uit de sprekers van het Ctgb, RIVM, NCV en NVZ, en (andere) medewerkers van de NCV, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit )) en de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat )) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)). Er ontstond een interessante discussie waarin onder andere (meer) aandacht was voor de regels voor etikettering en claims die worden gevoerd op of bij een product. Al met al werd daarmee het grensvlak hopelijk duidelijker voor de deelnemers.  

Naast informatievoorziening is het doel van het Kennisnetwerk Biociden (KNB Kennisnetwerk Biociden (Kennisnetwerk Biociden )) om leden met elkaar in contact te brengen, kennis te (laten) delen en leden in gesprek te laten gaan over waar zij tegenaan lopen en wat oplossingen hiervoor zijn. Dat is ook met dit webinar geslaagd. 

Op een aparte pagina zijn de belangrijkste vragen, die tijdens dit webinar zijn gesteld, in een Q&A verwerkt