Tijdens het KNB (Kennisnetwerk Biociden ) event Veilig en gezond weefsels conserveren, nu en in de toekomst, ‘Welkom in elkaars wereld’ zijn drie werelden bij elkaar gebracht: weefselconservering, ontwikkeling van weefselconserveringsmiddelen en biocidenregelgeving. Het doel was innovaties, toelating en veilig werken met chemische stoffen aan te zwengelen. Door middel van korte presentaties, gevolgd door discussie, zijn de verschillende partijen geïntroduceerd.
Algehele conclusie van de middag is dat de gebruikers focus hebben op veilig werken. Ook werd duidelijk dat toegelaten middelen gewenst en noodzakelijk zijn. Initiatief vanuit de gebruikers en producenten is daarvoor noodzakelijk, samen met erkenning over de noodzaak van deze middelen en begeleiding vanuit de toelatingsautoriteit en overheid.
Op veel plaatsen wordt menselijk en dierlijk weefsel gefixeerd en geconserveerd: in ziekenhuizen en universiteiten, in musea, in mortuaria en bij mensen thuis. Conservering van weefsels is een biocide-toepassing die valt onder productsoort 22 van de biocidenverordening. De werelden van weefselconservering, de ontwikkeling van weefselconserveringsmiddelen en biocidenregelgeving lijken ver van elkaar af te staan.
In elk van deze werelden speelt veilig en gezond werken een belangrijke rol: als onderdeel van zorg voor arbeidsomstandigheden en consumentenveiligheid, bij ontwikkeling van onderscheidende innovatieve producten en als doelstelling van de biocidenregelgeving. Op dit moment zijn er geen middelen voor weefselconservering toegelaten onder de biocidenwetgeving. Het gebruik van de middelen die nu wel worden gebruikt, wordt gedoogd. Een van de belangrijkste en meest gebruikte stoffen bij weefselconservering is formaldehyde. Deze stof is (nog) niet Europees goedgekeurd voor gebruik in middelen voor weefselconservering. De Europese classificatie als kankerverwekkend bemoeilijkt de goedkeuring van deze stof.