Rode Amerikaanse rivierkreeft

Lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht om het voorkomen van invasieve exoten tegen te gaan of te beperken. Voor bepaalde invasieve exoten zijn geen effectieve bestrijdingsmethoden beschikbaar. In een verkennende studie is onderzocht of biociden kunnen worden ingezet tegen invasieve exoten in het watermilieu.  

Invasieve exoten

Exoten (uitheemse soorten) zijn soorten die zijn geïntroduceerd buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied en daar kunnen leven en zich voortplanten. Invasieve exoten vormen een bedreiging of zijn schadelijk voor de biodiversiteit en ecosystemen. 

Biociden 

De onderzoekers stellen dat het gebruik van biociden als bestrijdingsmiddel van invasieve exoten in Nederland niet is toegestaan. Er zijn op Europees niveau geen werkzame stoffen goedgekeurd voor dit gebruik. Uit het buitenland zijn wel toepassingen bekend. Het rapport geeft hiervan een kort overzicht. Er is onderzocht welke stoffen geschikt kunnen zijn voor bestrijding van vissen, amfibieën en rivierkreeften. Daarna geven de onderzoekers meer aandacht aan de werkzame stof rotenon en de stofgroep pyrethroïden en worden de mogelijkheden van toepasbaarheid in waterlichamen verkend. Het gaat hierbij om toepassing in geïsoleerde wateren, zoals vennen en poelen. De studie beschrijft ook de risico's voor mens, dier en milieu. 

Thema 

Invasieve exoten kunnen zeer schadelijk zijn voor inheemse soorten en ecosystemen. De Europese exotenverordening (EU No. 1143/2014) vormt de basis om ze aan te pakken. Voor verschillende soorten is een aantal bestrijdingsmethoden bekend, elk met eigen voor- en nadelen. Het rapport geeft een kort overzicht van deze methoden voor soorten in het watermilieu, denk hierbij bijvoorbeeld aan vangen, droogleggen, inzet van predatoren, sterilisatie, explosieven en chemische bestrijding. 

Draagvlak 

Omdat bestrijding van exoten vaak gepaard gaat met maatschappelijk debat is het draagvlak voor bestrijding onderzocht. Dit is gedaan door literatuuronderzoek en met interviews. De verwachting is dat er voor inzet van biociden zeer gering draagvlak zal zijn. Hierbij spelen de risico’s voor het inheemse ecosysteem en gebrek aan bewezen effectiviteit een rol. Mogelijke vervolgstappen worden besproken waarvan een Living Lab als een belangrijke optie genoemd wordt. Een Living Lab is een zo realistisch mogelijke, gecontroleerde praktijktest.  

Auteurs 

Het rapport is geschreven door medewerkers van Stichting RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland), het Nederlands Expertisecentrum Exoten, Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit, De Vlinderstichting en EIS (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden) en uitgegeven door RAVON. De studie is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de provincies Gelderland, Zeeland en Friesland.  

Rapport 

Direct naar het rapport: Spikman et al. 2022. Inzet biociden als faunabeschermingsmiddel bij bestrijding aquatische invasieve exoten. Verkennende studie naar mogelijkheden en draagvlak, RAVON